De Buurman

Bart Luppes
2 min readAug 4, 2019

--

Ik heb een buurman. Hij woont op nummer 1 op de begane grond, de straat begint bij hem. In de vier jaar dat ik hier nu woon heb ik de man vaak gezien, maar verder dan een ‘Goeiemiddag’ zijn we nooit gekomen. Ik zag hem vanmiddag terugkeren van de supermarkt met een grote tas van de Vomar, daarna liet hij de hond uit.

Ik weet te weinig van honden om er een ras aan te kunnen verbinden, maar de hond is kortharig, best groot, hij heeft de kleur van Hollands strandzand en zwiept met zijn lange staart dat het een lieve lust heeft. Verder is hij traag, het is een oude hond, dat kan niet anders. Ik heb het hier trouwens steeds over een hij, maar het kan ook zomaar een zij zijn, al denk ik dat een hij beter bij deze buurman past.

Hij (de buurman) woont dus samen met zijn hond op nummer 1. Er was ooit ook een vrouw, dat moet haast wel, want er is een dochter en ook die dochter heeft weer een dochter. Dat weet ik, want ze komen samen wel eens langs. De dochter op de fiets, de kleindochter in een kinderzitje achterop. Dan bellen ze aan en dan is er eerst het hoofd van de buurman en even later het hoofd van de oude hond, die graag van de gelegenheid gebruik maakt om te controleren hoe het met zijn territorium is gesteld.

Ik kan niet bij de buurman naar binnen kijken dus of hij hobby’s heeft weet ik niet. Dat geeft ook niet, buurmannen zijn er over het algemeen om goeiemiddag tegen te zeggen en om bij nood aan te kloppen voor een fietspomp of een kopje suiker. De buurman heeft in elk geval wel iets dat hij vaak doet: de stoep en de straat voor zijn huis vegen. Of nouja, vaak, misschien is het wel helemaal niet zo vaak maar associeer ik deze buurman inmiddels met het vegen van zijn stoepje omdat ik op gemeentereinigers na al jaren niemand anders een stoep heb zien vegen.

Een nobele bezigheid.

Er komt, behalve zijn dochter en zijn kleindochter, nooit iemand bij de buurman over de vloer. Tenminste: ik heb er nog nooit iemand anders naar binnen zien gaan. Nu is het ook weer niet zo dat ik te pas en te onpas naar zijn voordeur zit te loeren, maar toch. Het maakt de buurman overigens geen kluizenaar, want ik zie hem geregeld in gesprek met zijn bovenbuurman. Dan hebben ze het over het Portugese restaurant van op de hoek en over andere buren en ongetwijfeld over die verrekte parkeertarieven hier in de buurt. Geen wonder dat er nooit iemand langs komt.

Zo is er inmiddels al meer dan vier jaar verstreken. Ik zag de buurman voor het eerst met grijs haar, toen ineens was hij kaal en droeg hij een baard. De zwarte bril met ronde glazen bleef hetzelfde, net als zijn zwarte opafiets die vaak naast de mijne staat. We zeiden nooit meer dan goeiemorgen, goeiemiddag, of goeienavond tegen elkaar. Tot vanavond de bel ging.

Of ik een fietspomp te leen had.

--

--

No responses yet