Hollen

Bart Luppes
2 min readSep 19, 2022

--

Het regende, het regende en de pannen werden nat. En het leuke was er kwamen geen soldaatjes aan maar wel een klein mannetje met blonde lokken en een paar knalgele regenlaarsjes en hij werd gevolgd door een oma die de boel van een afstandje in de gaten hield. Verder was er een plas en daar moest natuurlijk in worden gesprongen, iets dat het joch met volle overgave deed, de handen gingen de lucht in en het was een gespetter van jewelste. Zo ging hij van de ene plas naar de andere, in volle vaart, hij holde de hele straat door want iedere plas moest eraan geloven. En zijn oma maar roepen: hol maar jongen, lekker hollen! En ik dacht wat een lieve oma en wat een geweldig woord is hollen toch, in deze vrolijke nattigheid ook zoveel beter op zijn plek dan het woord rennen, dat veel doelgerichter is, rennen doe je om van A naar B te komen, terwijl je al hollend toevallig van een A naar een nog onbekende letter gaat, of van de ene plas naar de andere, gewoon omdat die plassen nou eenmaal zijn gemaakt om erin te springen en jij knalgele regenlaarzen draagt. Hollen heeft iets vreselijk plezierigs, iets ouderwets ook, daarom zijn het denk ik ook vaak oma’s die het over hollen hebben en daarom was ik ook zo blij dat ik even deel uit mocht maken van dit (en nu ga ik een klein cliché gebruiken) Hollandse herfsttafereeltje, want alles klopte eraan, de van de laarzen tot de blonde haren tot de trotse oma die onder haar paraplu nadacht over of ze nog wel genoeg lekkers in huis had en hoe laat hij ook alweer opgehaald zou worden. Het enige dat niet klopte was dat de bui ineens verdween en de zon weer begon te schijnen, maar je kunt nou eenmaal niet alles hebben in het leven.

--

--

No responses yet