Ik zie ik zie

Bart Luppes
1 min readOct 18, 2022

--

Je zit in de trein en het is dinsdag en oktober en herfst. De zon schijnt en boven de velden hangt mist. Je denkt aan witte wieven en aan Drenthe. Je ziet de wereld aan je neus voorbij trekken. Diemen. Weesp. Naarden. Bussum. Hilversum. Baarn. Amersfoort. De bladeren dwarrelen als confetti’s uit de lucht en meer van die clichés. Paarden in een weiland. Je ziet de blauwe lucht, de felblauwe lucht, je denkt aan de Maldiven en dat het daar ook zo blauw is. Je raast voort. Je schudt in je stoel en kijkt naar de mensen die niet naar buiten kijken. Je voelt je verheven omdat jij ziet jij ziet wat zij niet zien en de kleuren zijn groen, geel, oranje, rood en blauw. Je ziet een ekster in een dakgoot. Je komt langs Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet. Zoveel plaatsen en overal wonen mensen. Je denkt aan Martin Bril en aan Maarten Biesheuvel die er allebei niet meer zijn, behalve in hun boeken die je gelukkig nog kunt lezen. Je denkt daarna aan opa’s en oma’s en alle anderen die ook er niet meer zijn en je ziet dat er niet één wolk aan de hemel staat waar ze nu met elkaar op zouden kunnen zitten. En dat is nou jammer, want het is net zo’n mooie dag.

--

--

No responses yet