Mezen

Bart Luppes
2 min readApr 11, 2020

--

De combinatie niet echt naar buiten mogen, zon op het balkon en een nieuwe hobby zorgden voor de situatie dat ik vanmiddag zat te dubben of ik nou een kool- of een pimpelmees had waargenomen. Het kon overigens ook een zwarte mees zijn, maar daar had ik nog nooit van gehoord, dus achtte ik de kans bij voorbaat al klein dat ik naar die bepaalde soort voorbij zag vliegen.

Ik kwam er niet uit, dus greep ik naar mijn Zakgids Vogels van de Vogelbescherming en bladerde ik naar bladzijde 263: afdeling Mezen, Boomkruipers en Boomklevers. Riep bij mij direct de vraag op: waarin zouden boomkruipers en boomklevers precies van elkaar verschillen, maar dat is iets voor later, het was me in dit geval te doen om de mezen (misschien dat kruipers vooral óver de takken hupsen en klevers van tak naar tak vliegen om daar vervolgens een lekker potje te gaan kleven? Ik noem maar wat).

Als je de vogel niet kunt zien, lúister dan, las ik ergens. Ik weet niet meer waar en dat doet er ook niet zo toe, maar ik heb het zinnetje wel onthouden en dus zat ik op mijn balkon te luisteren naar het meesje dat te ver was om hem goed te zien maar dichtbij genoeg om er eens naar te gaan zitten luisteren.

Maar dat ben je er nog niet, nee, dan ben je er nog láng niet. Kijk: die vogelboekjes omschrijven de zang en de roep van verschillende vogels. Dat zijn mijn favoriete stukjes tekst om te lezen, maar hoe goed je ze ook leest, het blijft toch een beetje gissen. Voorbeeld.

De zang van de pimpelmees wordt omschreven als: sisisi, sisi-si-du; zang snel, dun met eindtriller; sie-sie-siedudrrrrrrr.

En bij de koolmees staat: roep gevariëerd, verwarrend, onder meer pink-pink chi-whity, scheldend che-che-che. Zang ritmisch: ti-cher ti-cher of ti-ti-cher.

Ja, ja.

Eerlijk is eerlijk, het woordje ‘verwarrend’ deed mij deugd, dit betekende dat zelfs voor de doorgewinterde vogelaars van de Zakgids Vogels de koolmees een lastige en zelfs verwárrende zanger blijkt. Maar goed, heel veel schoot ik er niet mee op, probeer die eindtrillers maar eens te horen als in de verte een metro langsrijdt, daar is bijna geen beginnen aan.

Kortom: ik nam mijn verlies. Of nouja, ik had een mees gezien, dat stond wel vast, en de zon zal blijven schijnen en de vogels zullen blijven vliegen dus van een verlies is nog lang geen sprake, nee, de wedstrijd is nog maar pas begonnen. Morgen zit ik er weer. Ti-ti-cher, che-che-che.

--

--

No responses yet