Taalvondst Vrijdag #1 | Met Rennie is het dikke mik, tussen mijn peper en ik
Lezers! Welkom bij de eerste Taalvondst Vrijdag, een wekelijks terugkerend fenomeen waarin ik een woord of een zin bespreek die mij die week is opgevallen. Want taal is niet alleen (zeg maar echt) het ding van Paulien Cornelisse, ik hou er zelf ook van.
Van de week zat ik nietsvermoedend voor de tv toen ik de televisiereclame van maagzuurremmer Rennie voor het eerst zag. Eerst dacht ik: dit is niet waar. Maar hij zei het echt, de vrolijke krullenbol met maagproblemen: Met Rennie is het dikke mik, tussen mijn peper en ik.
Een wonderlijke zin, krachtig in zijn eenvoud, maar toch ook een ietsiepietsie lullig door die rijm. Maarja: iets dat rijmt blijft beter hangen, dat zal het argument van het reclamebureau zijn geweest. Ik zag overigens ook meteen potentie voor dit genre slogans, denk bijvoorbeeld aan: Met Rennie in mijn mik, gaat het beter tussen mijn peper en ik (ja, ja, ik ben te huur).
Maar goed. Dit alles brengt mij op het (eerste!) woord van de week: mik.
We kennen allemaal het werkwoord mikken, dat volgens de Digitale Dikke van Dale iets betekent als scherp naar iets turen om het te raken, gooien. Zo kan je een bananenschil in een prullenbak mikken, hebben mannen volgens vrouwen vaak moeite met mikken (of dat nou boven de toiletpot of in bed is) en weten goedbetaalde (én goedgetrainde) voetballers een penalty nog steeds over of naast het doel te mikken.
Het draait vandaag alleen niet om het werkwoord, maar om het zelfstandig naamwoord.
Eerst de mik waar je iets ín gooit. Ik dacht zelf dat het om een (vroeger) populair en informeel woord voor mond ging. Wat blijkt: dat is niet het geval. De formidabele online encyclopedie Ensie over de mik:
maag; buik; lijf. Maar ook: kruis. Mik is Bargoens voor een`(stuk) brood’ of `boterham’, van het Latijnse mic(h)a `broodje’. De maag of buik wordt gezien als de opslagplaats van brood.
Mond, maag, buik, lijf: heel ver zat ik er niet vanaf, constateer ik tevreden. Bargoens is overigens geen officiële taal, maar een woord om woorden in onder te brengen die vroeger door daklozen, kermisklanten en onderwereldfiguren werden gebruikt. Het is het beste te vergelijken met de spreektaal die we tegenwoordig Amsterdams zijn gaan noemen, met woorden als mazzel, porem, gabber en gajes als sterren van deze uitstervende taalshow.
Terug naar de mik. De dikke mik, waar Rennie het over heeft, gaat om iets dat goed zit, een positieve relatie tussen twee partijen, in het geval van deze merkwaardige reclame dus de hete peper en de vrolijke krullenbol. Om dikke mik beter te begrijpen is het goed om de Ensie-definitie van dikke mik er ook nog even bij te halen:
goed geregeld. Ook gezegd van twee personen die goed bevriend zijn: koek en ei. Mik staat voor `een brood’ of `een stuk boterham’. Met deze uitdrukking wordt eigenlijk verwezen naar de innige verbondenheid tussen brood en beleg.
Dikke mik. De innige verbondenheid tussen brood en beleg. Het is een van de mooiste dingen die ik de laatste tijd las. Ik denk dat we hier deze eerste aflevering wel mee af kunnen sluiten. Klein toegift nog: voetbalanalist en bamihapconnaisseur Jan Boskamp is de koning van de mik, hij gooit er niet alleen graag iets in, hij gebruikt het woord ook geregeld.
Hoe dan ook: fijn weekend en tot volgende week!
Ook een interessante taalvondst voorbij zien komen? Laat het me weten! Je mag commenten, mailen of roep iets via twitter.